Wat ga je doen tijdens die lange vliegreis
naar Orlando, Florida. En terug? Wat ga je lezen voor of na je siesta in je
hotelkamer?
Precies: De Donald Duck!
Dit jaar is het 65 jaar geleden dat het
striptijdschrift Donald Duck voor het eerst in het Nederlands verscheen. Het
allereerste nummer, met daarin het verhaal ‘Donald Duck als brandweerman’, had
een oplage van maar liefst tweeënhalf miljoen exemplaren, die overal in
Nederland gratis werden bezorgd.
De redactie van Margriet was verantwoordelijk
voor de samenstelling – strips waren destijds pedagogisch niet geheel
onomstreden, en zo’n degelijk damesblad moest twijfelende ouders over de streep
trekken.
In het buitenland (het land van herkomst
Amerika voorop) was de Donald Duck al een groot succes, en ook hier nam het
“vrolijk weekblad”, zoals het vanaf het begin steevast op het omslag wordt
genoemd, al snel een hoge vlucht. Momenteel is de oplage 300.000. Onder
Nederlandse studenten schijnt het zelfs het meestgelezen tijdschrift te zijn.
Het kan niet anders of de beroemde eend
heeft zijn sporen nagelaten in het Nederlands. En inderdaad. In de grote Van
Dale vinden we donaldduckstem (“heliumstem”), geluksdubbeltje (“dubbeltje dat
men koestert omdat het geluk zou brengen, oorspr. van de stripfiguur Dagobert
Duck, die daarmee zijn fortuin vergaarde”) en williewortelbedrijf (“klein, jong
bedrijf dat zich richt op technische innovaties; genoemd naar de uitvinder Willie
Wortel in de Disney-stripboeken over Donald Duck”). Ook Verweggistan
(‘onbelangrijk land in een verre uithoek van de wereld’) is afkomstig uit de
Donald Duck.
En over taal gesproken: in Duckstad worden
namen en begrippen uit de gewone wereld telkens weer heel vindingrijk aangepast
aan de wereld van de eend. Lady Gaga heet er “Lady Kwaak Kwaak”, acteur Huub
Stapel “Huub Snavel”, en gebeld wordt er met een “ei-Phone” – waaruit en
passant blijkt dat de vijfenzestigjarige nog altijd heel goed bij de tijd is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten